Krisztina de Châtel over Lines: ‘Veertig minuten lang één pasje, een beetje verschuivend in de ruimte. Loodzwaar was dat. Met muziek van Philip Glass en twintig minuten zonder muziek – dan hoor je alleen de voeten van de dansers. Het was een museaal stuk. Een recensent schreef: ‘fraai maar saai’. Toen ik dit bleef doen, raakten ze eraan gewend. En als ik nu zijstappen maak, raken ze in de war. Waar is de oude Châtel, vragen ze dan.’
Vijf in het wit geklede dansers visualiseren constant verschuivende ruimtelijke patronen: streng en onverstoorbaar maken zij cirkels, diagonalen, kruizen, vierkanten en rechte lijnen… altijd aanwezig blijft de energie, de minimale kracht die ons rechtop doet lopen, doet ademhalen en dus doet volharden. (Eva van Schaik in Ons Erfdeel)